Gisteren zat ik aan het eind van een prachtige dag ergens in Occitanië onder een grote boom op een dorpspleintje tussen middeleeuwse gebouwen. Ik zat aan een leeg tafeltje met de rug tegen de muur van een mooi cafeetje. Het werd steeds drukker op het terras. Oude mensen, jonge mensen, kinderen, bouwvakkers, artiesten, van alles door elkaar. Sommigen kusten elkaar twee keer als begroeting.
Al vele eeuwen lang moet het hier zo gegaan zijn. Mensen op een pleintje in een stadje langs een rivier. Wat is hier allemaal gebeurd? Wat is hier allemaal vergeten? Al die mensen, al die verhalen. Het besef van hoe groot de tijd is, ontroerde me.
Er kwam een man aan die vroeg of hij ook aan het tafeltje mocht zitten waaraan ik zat. Prima natuurlijk. Hij bestelde een pastis en stak een sigaret op. Hij had al snel door dat mijn Frans nogal rammelig is en schakelde moeiteloos over op het Engels, met een smakelijk Frans accent. We spraken over het mooie weer en over wie we waren. Hij vroeg onverwachts of ik gelukkig was. Ik dacht even na en zei: ,,Ja.’’
Hij vertelde dat hij zich wat minder voelde. Hij voelde zich net de jager uit het eeuwenoude verhaal van het vogeltje en de jager. Ik zei dat ik het verhaal niet kende en hij begon te vertellen.
Er was hier eeuwen geleden een jager die een klein vogeltje had gevangen. Het vogeltje zei: ,,Waarom wil je me opeten, ik ben zo klein, je maag zal er niet door gevuld worden. Als je me laat gaan, zal ik je drie grote wijsheden vertellen.’’ De jager liet het vogeltje los en het begon al fladderend de wijsheden te vertellen. ,,Jaag nooit op iets waar je niets aan hebt. Pak nooit iets wat niet van jou is. Jaag nooit op iets waarvan je best wel weet dat het onmogelijk is.’’ Toen het vogeltje wegvloog zei-ie nog: ,,Oh ja, ik heb trouwens een parel zo groot als een struisvogelei in mijn buik.’’ En weg was-ie.
De volgende morgen dacht de jager: merde! Een parel zo groot als een struisvogelei? Ik moet dat vogeltje weer vangen! Dus hij het bos in, achter het vogeltje aan. Maar het vogeltje liet zich niet pakken en kwetterde: ,,Wat zei ik nou? Je moet nooit op iets jagen waar je niks aan hebt. Nooit iets pakken wat niet van jou is. En jaag nooit op iets waarvan je best wel weet dat het onmogelijk is. Een parel zo groot als een struisvogel in mijn buik? Dat kan toch nooit! Ik ben zo klein!’’ Het vogeltje vloog lachend weg.
Ik bedankte de man voor het mooie verhaal en vroeg waarom hij het mij vertelde. Hij zei: ,,Ik ben vreselijk verliefd op een vrouw. Maar ik weet dat ik niets aan haar heb. Ze is getrouwd, dus van een ander. En ze appt me stiekem allemaal dingen waarvan ik eigenlijk wel weet dat ze helemaal niet waar kunnen zijn.’’
Dagblad van het Noorden, 24 september 2022