In de bar naast een motel in North Dakota kwam ik aan de praat met een kerel met lang zwart haar. Zoals dat vaak gaat in Amerika, begon het gesprek met de vraag waar ik vandaan kwam. ,,Nederland”, zei ik. Hij was weleens in Amsterdam geweest, omdat hij jarenlang als militair in Duitsland had gezeten. Ik vroeg hem waar hij vandaan kwam. Hij vertelde over het reservaat waar hij opgegroeid was. Zijn overgrootouders waren daar ooit naartoe gestuurd met hun hele stam. Een droog stuk prairie waar niks wilde groeien behalve haat tegen Amerika. Ellende. Geen toekomst. Geen geld. Geen hulp. De trots van hun volk kenden ze alleen uit verhalen van vroeger toen ze in harmonie leefden met moeder aarde. Hij wilde er weg. Ver ervan weg. Hij ging bij het leger en schoor zijn haar af. Hij wilde niet meer de jongen zijn die hij was. Hij wilde de man zijn die hij kon worden. Toen ging hij van Amerika houden. Hij ging niet meer terug naar het reservaat. Wel schreef hij af en toe een brief en stuurde hij regelmatig wat geld. Maar niet te veel, want hij wist dat ze toch alles verzopen.
Hij bestelde nog een glas bier en vroeg of ik ook een wilde. We proostten en hij ging verder met praten. Twee jaar geleden was hij gescheiden van zijn Duitse vrouw waar hij een paar jaar mee in Texas had gewoond. De vrouw had heimwee gekregen. En ze waren sowieso uit elkaar gegroeid. Toen de vrouw terug in Duitsland was, besloot hij een poosje naar het reservaat te gaan. Daar was hij eigenlijk blijven hangen. Het was tóch thuiskomen. De ellende was iets minder dan in de tijd dat hij er opgroeide. Maar het kon beter. En daar zette hij zich nu voor in. Ik vroeg hoe hij dat dan deed. Hij vertelde dat hij iedereen in het reservaat ervan probeerde te overtuigen om op Trump te stemmen bij de volgende verkiezingen. Dat ze moesten proberen om van Amerika te gaan houden. Dat Trump Amerika zou gaan redden van de ondergang. Hij bonsde met één vuist op zijn borst en zei dat Amerika ook hún land was. Het wás hun land. Hij ging in de benen, gaf mij een hand, noemde zijn naam en slenterde naar de deur. Door het raam zag ik hem in een oude auto stappen en wegrijden. De barvrouw spoelde zijn glas en schudde haar hoofd.
Dagblad van het Noorden, 25 januari 2025