Even naar de supermarkt. Er zijn er veel hier in de buurt. Alles is er te vinden. Van droge worst tot de meest exotische vruchten. Wat een keus. De mensen leggen in alle rust de kar goed vol. Het is druk in de winkel. Maar iedereen loopt opvallend rustig op het gemak de boodschappen te doen. Ik zoek appelstroop. Ik vraag een winkelbediende, die mij op vriendelijke, zachte toon vertelt dat ik er met de rug naartoe sta. Grappig. Een gemoedelijk sfeertje. Opeens hoor ik een gangpad verderop een vrouw in een vreemde, rammelige mengeling tussen Zuidoost-Drents en Hollands keihard tegen iemand praten. Ik schrik er bijna van. Andere mensen kijken ook op. Ze zegt dat ze niet wéér die ene chips koopt, want de vorige keer ging het niet helemaal op. Vervolgens roept ze dat haar het geld niet op de rug groeit. Ik vraag me af tegen wie ze het heeft.
Bij de nootjes komt ze de bocht om. Een grote vermoeide vrouw. Ze duwt haar volgeladen kar zuchtend voor zich uit. Achter haar een klein meisje met blonde haartjes en een heel dik winterjasje aan. Het kindje pakt zonder te vragen een blikje fris uit de stelling. De moeder schreeuwt tegen het kindje dat ze dat blikje ‘rappies’ terug moet zetten. Dat gebeurt niet. Het meisje begint te huilen. Er vormt zich een dikke snottebel aan haar neusje. De moeder maakt een geërgerd geluidje en pakt zes van die blikjes en legt ze in de kar. Ze zegt opeens lief en troostend dat het ‘ja ook’ vakantie is. ,,Voor deze keer dan, en nou klaar”, roept ze er vervolgens boos en straffend achteraan.
Even later hoor ik de moeder uit een ander gangpad schreeuwen dat het kindje die chocola heel gauw terug moet leggen. En of haar wat aan de oren mankeert. Van dat laatste zou ik niet staan te kijken. Waarom zou je anders zo hard tegen je kinderen praten in een winkel waar verder iedereen opvallend zacht praat. Bij de kassa lijkt het bijna een ingestudeerd toneelstuk tussen de moeder en dochtertje. De mensen in de rij kijken er allemaal naar. Ik ook. Geloof dat we allemaal medelijden hebben. De ene helft van het publiek met de moeder. De andere met het kindje.
(Dagblad van het Noorden, 5 maart 2016)