Je loopt er niet de hele dag mee in je hoofd. Sterker nog: je realiseert je het maar af en toe. Vooral als je ergens anders bent. Of als je terugkomt. Dan opeens kun je het heel goed voelen. Hoe fijn het hier is. Hier waar de ruimte is. Hier waar je niet perse hoeft mee te doen met de laatste mode om ergens bij te horen. Waar je niet perse door een ander heen hoeft te praten om gehoord te worden. Dan kunnen ze elders honderd keer doen alsof het hier minder is: wij weten beter. Velen ‘daar’ weten eigenlijk ook wel beter, want als ze op zoek zijn naar ruimte en rust, komen ze met z’n allen hier naar toe.
Ze vinden ons allemaal zo ontzettend vriendelijk dan. Terwijl we dat helemaal niet allemaal zijn. Ze vinden ons allemaal zo ‘echt’. Iets wat je graag omdraait. Nee, je voelt je soms eigenlijk zelfs een geluksvogel dat je hier vandaan komt. Je kunt je – als het moet – overal op de wereld wel redden op zich. Maar er gaat niets boven een zonsopkomst ergens hier in de buurt. Ja, een zonsondergang misschien. Dat is ook mooi.
Je ziet op de televisie de meest vreselijke toestanden voorbij komen. Heel vaak zijn dat dingen waarvan je zeker weet dat ze hier nooit zullen gebeuren. Geruststelling. Je weet heus wel dat het hier ook aan het veranderen is. Er zijn ook steeds meer mensen van hier die doen alsof ze ik weet niet waar vandaan komen. Dat geeft op zich niks. Je maakt er eens een grapje over. En je hoopt dat niet iedereen hier zo gaat doen. Maar dat zal zo’n vaart ook niet lopen.
Hier vandaan komen zit diep. Volgend weekend, als de lucht mysterieus naar houtvuur zal ruiken, voel je de verbondenheid met de grond echt even heel goed. Vele generaties voorouders voelden hetzelfde. Dat ze hier hoorden. Anders waren ze wel verder getrokken. Het is hier niet zo als in sommige andere streken in de wereld, waar ze zich met uitbundig vlagvertoon en trompetgeschal op de borst slaan omdat ze geweldig trots zijn op hun stukje aarde. Je weet dat we dat hier nooit zo zullen doen. En dat is misschien nog wel het mooiste aan hier.
(Dagblad van het Noorden, 28 maart 2015)