In de zesde klas gingen sommigen hun verjaardag ‘s avonds vieren. Sloffe wokkels in vlabakjes.
Fris uit flessen met grote plastic doppen.
De tijd dat je twee schepjes suiker en een scheut koffiemelk in een glas kreeg, waar je dan goed in moest roeren tot de moeder van de jarige er frisdrank in kwam gieten zodat je Spoetnik had, was voorbij. Zo’n moeder bleef nu in de keuken. ‘s Avonds feest was veel spannender.
Drukke jongens. Gierende meisjes. In de voorkamer werd gedanst. Niet door mij. Ik durfde dat niet. Ik luisterde. Op de pick-up lag een splinternieuwe, gitzwarte LP. We hadden twee Michael Jackson-fans in de klas. De ene was de jarige. Hij had ‘Thriller’ cadeau gekregen. Vrijwel de hele avond werd die LP gedraaid. The girl is mine. Beat it. Billie Jean. Met een leeg vla-bakje in de ene en een lauw colaatje in de andere hand droomde ik weg op die muziek. Daar zat ik dan. En D. -waar ik zo verliefd op was- zat aan de andere kant van de kamer. Tegen het eind van het feestje werd er een spelletje gedaan. Iets met postbodes en kussen.
De twee Jackson-fans hadden elkaar snel gevonden. Zoenen op de gang. Iets wat ik ook ooit hoopte te durven. Maar dat wordt ‘m toch niet, wie wil er nou met een weldoorvoed kerkorganistje? En Michael Jackson maar zingen. En ik maar zuchten. Nu, ontelbaar mooie Michael Jackson-ervaringen verder, zit ik weer te zuchten bij zijn muziek. Hij kon het niet aan, lees je in eerste reacties. Nee, gek hè? Zoveel gegeven, zo ongelofelijk gepest. O.k., hij was een zeldzame postzegel. Nou en? Die heb je nodig in een mooie verzameling. Eindelijk -maar feitelijk te vroege- rust voor deze bijzondere man. Hoe dan ook, thanks Mr. Jackson.