Hij zit in de luie stoel voor het raam. Hij ziet de blaadjes vallen. Als hij een bladblazer zou hebben, dan zou hij het wel weten. Aan de andere kant vindt hij het ook onzin, zo’n bladblazer. Want de volgende dag zullen er weer allemaal andere blaadjes liggen. Bovendien ergert hij zich enorm aan het geluid van de bladblazer van de buurman. Hij vraagt zich af wanneer dat gedoe met die bladblazers begonnen is. Hoe ging dat vroeger? Hij pakt nog een kop koffie en gaat weer zitten. Hij denkt aan wat dan vroeger is. De kindertijd? Of de tijd dat hij er nog niet was? Dat is allemaal al heel erg lang geleden.
Hij kijkt weer naar de vallende blaadjes en luistert naar het nieuws op de radio. Als hij het voor het zeggen had, dan zou hij het wel weten. Dan waren veel misstanden vrij snel opgelost. Je moet gewoon logisch nadenken. Dan zie je meteen wat er niet klopt en dan kun je daar wat aan doen. Ja, hij zou het wel weten. Aan de andere kant weet hij ook dat als je het voor het zeggen zou hebben, je soms ook van gekkigheid niet weet waar je moet beginnen. Bovendien: als je iets opgelost hebt, liggen er de volgende dag weer allemaal andere problemen. Je blijft aan de gang. Wanneer is dat eigenlijk begonnen dat veel mensen praten alsof ze in de politiek zitten? Was dat vroeger ook zo? En over welk vroeger gaat dat dan? Vroeger is al heel erg lang geleden.
Hij pakt nog maar een koffie. Eigenlijk neemt hij nooit een derde bak. Maar vandaag wel. Sterker nog: hij neemt er een kokosmakroon bij. Hij pielt het papiertje van de onderkant af en eet die eerst op. Hij denkt aan zijn grootouders. Hij denkt aan zijn kleinkinderen. Wat een verschil. Wat een andere tijd. Hij zucht eens diep en doopt een helft van zijn koek in de koffie. Hij kijkt weer naar de vallende bladeren. Hij volgt een van de blaadjes tot op de grond. Hij denkt dat een mens misschien ook wel als een blaadje is. Het is maar net waar je terechtkomt. Of is toch alles voorbestemd? Stel dat er wél een God is…
Hij schrikt op. Zijn vrouw komt binnen. Hij stopt snel het laatste stukje kokosmakroon in de mond. Ze vraagt waar hij aan dacht en waarom hij koeken eet terwijl ze zo gaan middageten.
Dagblad van het Noorden, 15 november 2026