Laatst vroeg een jongeman of hij me iets mocht vragen. Ik zag aan zijn kleren en zijn haar dat hij in een band zat. Denk dat hij een jaar of zestien was. Ik zei dat hij natuurlijk wat mocht vragen, maar stelde zelf de eerste vraag. Of hij in een band zat. Dat klopte. Ik zei dat ik dat aan hem zag. We moesten een beetje lachen. Ik vroeg wat hij speelde. ,,Gitaar”, zei hij trots. Zijn ogen begonnen te glimmen en hij pakte zijn telefoon om een fotootje te laten zien van zijn instrument. Een splinternieuwe Gibson. ,,Good for you”, lachte ik. Eigenaardig dat muzikanten onder elkaar veel Engelse uitdrukkingen gebruiken.
Ik vroeg hem wat hij me vragen wilde. Vervolgens kreeg ik allemaal vragen over hoe je jezelf profileert als band. Welke rechtsvorm het handigst is qua belastingen. Hoe je je eigen nummers moet beschermen zodat ze niet door iemand gejat kunnen worden. Hoeveel je moet vragen voor een optreden en hoe je op de radio komt. Ik gaf wel korte antwoorden. Misschien een beetje te kort. Dat kwam omdat ik het zo gek vond dat we niet over muziek stonden te praten, maar over zaken. Ik vroeg hem of ze al veel optraden. Hij keek naar de grond en vertelde dat ze net een nieuwe drummer hadden en die wilde ook meeschrijven aan nieuwe nummers dus dat ze nog niet genoeg materiaal hadden om een optreden te geven. Ik zei dat ze daar eerst maar eens hard aan moesten gaan werken. Elke dag nieuwe nummers schrijven. Maken wat je zelf te gek vindt. Drie keer per week repeteren. Optredens regelen!
Ze hadden al wel iemand die een bus had en die wilde rijden. Maar nog geen manager en ook nog geen geluidsman. Ik zei dat dat allemaal wel zou komen als ze eenmaal zouden spelen. Maar hij was naar een of andere bandcoaching geweest waar ze gezegd hadden dat het juist belangrijk is dat je zulke dingen alvast goed voor elkaar hebt. ,,Natuurlijk is dat belangrijk, maar eerst spelen. Platspelen!”, zei ik.
Hij keek me een beetje glazig aan en vroeg toen wederom hoe je er dan tussen kunt komen bij radio of tv. Ik wilde iets zeggen, maar er kwam een meisje aan dat me zijn vriendin leek. Ze keek ‘not amused’ en zei met een verwend stemmetje ,,kom nou!” tegen de jongen. Hij draaide zich om en riep nog ,,bedankt”. En weg was hij.
Dagblad van het Noorden, 10 mei 2025