Laatst liep ik door een grote stad. Het was druk op straat. De meeste mensen leken hardop in zichzelf te praten. Met handgebaren erbij. Die waren natuurlijk aan het telefoneren met oortjes in, bedacht ik me op tijd. Ik ving flarden van de gesprekken op. Zakelijke dingen. En ook iemand die boodschappen doorgaf. Ze zei dat ze tomaten wilde die goed rijp waren. En de rest kon ik al niet meer horen, omdat iemand anders me voorbijliep die het over kwartaalcijfers had. Bij een bloembak stond een man in vieze kleren. Haar in klitten op de kop. Kapotte schoenen aan en een plastic zak in zijn verweerde, versmeerde handen. Hij was ook aan het praten. Maar hij had geen oortjes in.
Ik keek hem aan en hij mij. Hij leek nu tegen mij te praten. Ik stopte met lopen en luisterde naar hem. Hij ging vlak voor me staan en vroeg om geld. Ik gaf hem wat. Hij keek er niet naar, stopte het meteen in de plastic tas en zei dat God me zou zegenen. Ik wenste hem hetzelfde. Hij zei dat hij altijd leefde met God’s zegen. Hij kende God namelijk heel goed. Ik zei dat ik dat mooi vond voor hem en wilde verder lopen. Maar hij wilde nog wat zeggen. Of eigenlijk meer wat vragen. Hij vroeg me of ik hem herkende. Ik keek hem eens goed aan. Hij had opvallende, heldere ogen. Goeie ogen. Lieve man. Wat zou er met hem gebeurd zijn dat hij hier zo vervuild en berooid op straat moet leven?
Hij vroeg nogmaals of ik hem niet herkende. En of ik dacht dat als Jezus terug zou komen op aarde, dat Hij dat live op CNN zou doen. Ik moest een beetje lachen. Hij ook. Een hele warme, goeie lach had hij. Ik dacht even na. Hij had wel gelijk misschien. Mocht Jezus op aarde terugkeren, zou Hij dat inderdaad misschien weleens als dakloze verschoppeling kunnen doen. Echt wat voor Hem. Ik vroeg hem hoe ik zeker kon weten dat Hij het was. Hij lachte weer en legde zijn gore rechterhand op mijn schouder en sprak iets in een taal die ik niet kende. Ik trok in een reflex mijn schouder weg en deed een stap terug. Hij zei: ,,Mag ik nog wat meer geld?” Ik gaf hem nog wat en liep weg.
Dit gebeurde drie weken geleden. Elke dag denk ik er nog aan. Je weet het niet.
Dagblad van het Noorden, 1 november 2025
Abonneer je hier op de nieuwsbrief en de wekelijkse column van Daniël Lohues!