Hij keek me even strak aan en vroeg wat ik als eerste zou doen als we opeens weer in 1986 zouden leven. Ik nam een slokje van mijn koffie om het me even voor te stellen. Ik vroeg hem of we dan zouden weten wat we nu weten. Maar nee, dat was niet de bedoeling. Gewoon 1986 zoals het toen was, en wat ik dan als eerste zou doen als we daar opeens weer waren.
Ik dacht aan mijn moeder. Ik zou haar een knuffel geven. Ik dacht aan mijn opa. Ik zou naar hem toe fietsen en meer vragen over de tijd tussen de capitulatie van Nederland en het moment dat hij eindelijk weer thuis was. Ik dacht aan de vriendin die ik toen had: dat ik me dan minder druk zou maken over of ze me nog wel leuk vond.
Mijn kameraad keek me aan en vroeg of er nog wat kwam. Ik zei dat hij eerst maar eens moest vertellen wat híj zou doen als we opeens weer in 1986 zouden zitten. Hij ging staan en wees naar buiten. Het regende en de stad zag er daardoor nog troostelozer uit dan anders. Hij riep dat hij naar California zou verhuizen. Weg uit dit vieze weer. Ik vroeg hem hoe hij op zijn zestiende – zo oud waren we toen – naar Amerika wilde komen. We hadden niks!
,,Dat is waar”, zei hij en hij ging weer zitten. ,,Ik zou mijn moeder een knuffel geven”, zei hij zacht. Ik vertelde hem dat ik dat serieus ook als eerste had gedacht.
Daarna kwam er meer. Hij zou gitaar gaan leren spelen. Hij had eigenlijk altijd spijt gehad dat hij dat toen niet had aangepakt. ,,Dat is met de wetenschap van nu”, zei ik. Hij kon altijd heel goed voetballen en had daar heel goed verder mee kunnen komen. Maar daar was hij ook pas later achtergekomen.
,,Ik weet het!”, zei ik. ,,Ik zou in ieder geval niet meer op zondagmiddag met de verkering op de pakjesdrager van Erica naar Barger-Oosterveld fietsen om in de Boogie Bar mijn tientje zakgeld te besteden aan bessen met ijs voor haar.”
We lachten en we hadden het nog een half uur over de Boogie Bar en de muziek uit die tijd.
Die avond bij de kachel dacht ik weer aan het gesprek van die middag. Ik appte mijn kameraad: ,,Met de wetenschap van nu ben ik blij dat het 2025 is.”