Het is vrijdagmiddag. Het is stil in huis. Ik zit aan de tafel om de column te maken. Ik kijk een poosje voor me uit. Dan hoor ik een klein geluidje ergens in de kamer. En nog een keer. ,,Flep… flep…” Dan weer een poosje niks. Ik kijk een beetje rond. Wat kan dat zijn? Dan zie ik achter een gitaarkoffer de veroorzaker van het geluid. Een kikker. Die zit er al vanaf gisteren waarschijnlijk. Toen had ik de hele middag de deuren open. Het was prachtig zomerweer. Heerlijk, die wind door het huis. Het laatste restje winterlucht waaide zo de deuren uit. Die kikker is toen natuurlijk mijn huis binnengekomen. Waarom zou zo’n beestje dat doen? Net als die vogel laatst. Die zat ook opeens bij mij binnen. Waarom willen die beestjes naar binnen? Buiten is toch perfect voor ze? Wat heb ik binnen te bieden? Nee, dit beestje heeft zich vergist. Die gaat weer naar buiten. Dus even motblik en veger halen. Zo’n beestje met de handen oppakken, zie ik niet zitten. Mooi dialectwoord eigenlijk. Motblik. Echt zo’n woord waar je nog over na moet denken hoe dat in het Nederlands heet.
Als ik met motblik en veger terugkom in de kamer kan ik het beestje niet meer vinden. Zit hij onder de stoel die voor de kachel staat? Toch niet onder de kast? Nergens te vinden. Dat vind ik wel een beetje zielig. Straks zit hij ergens dood te gaan. Ook wel een beetje goor. Gaat hij dan ook stinken na een poosje? Net als een muis die in de winter ergens dood gegaan is in huis. Zo’n vies zoerig luchtje is dat. Maar goed, ik kijk straks wel weer. Eerst de column.
Ik zit weer achter de computer en begin te tikken. Ik kijk nog een keer over de planken van de vloer. Dan zie ik iets onder de fauteuil die van mijn moeder is geweest. Ik loop er heen. Het is de kikker. Ik zeg: ,,Kermit miejonge, wat moet dat bij mij in de keet?” Hij reageert niet. Dus ik geef hem even een drukkertie met de handveger. Geen reactie. Ik schuif hem op het motblik, leg hem buiten op de tegels en gooi er wat water overheen. Dan trekt hij met een pootje. Dus hij leeft nog wel. Die is zo weer opgeknapt. Ik kijk straks wel even weer. Eerst even de column.
Dagblad van het Noorden, 12 juli 2025